Dierenwelzijn krijgt veel aandacht in de maatschappij en van de consument. Van Loon Group erkent het strategisch belang van dierenwelzijn voor het bedrijf en zijn stakeholders. Hoewel Van Loon Group zelf geen dieren houdt, heeft Van Loon Group als ketenregisseur wel invloed op het dierenwelzijn in alle schakels van de keten.
Het betreft de ketenpartners uit de eigen keten en de vleesgrondstoffen die Van Loon Group inkoopt onder gecertificeerde dierenwelzijnsprogramma’s.
Voor varkensvlees en rundvlees hebben wij eigen ketens opgezet die zijn gecertificeerd volgens het Beter Leven Keurmerk of SKAL. We streven er naar om zo veel mogelijk vlees uit eigen ketens te verwerken. Samen met onze afnemers en ketenpartners bouwen we aan een verdere verduurzaming van onze ketens waarbij dierenwelzijn centraal staat.
Naast grondstoffen uit eigen keten, koopt Van Loon Group ook vlees in bij derden. In onze inkoopeisen is opgenomen dat wij geen vlees betrekken van slachterijen welke onverdoofd slachten. Dit geldt ook voor Halal grondstoffen.
Onze klanten zijn continu betrokken bij het vaststellen van de doelstellingen, ook betrekken wij de belangen van NGO’s en brancheorganisaties. De livestock coördinatoren van onze grondstofbedrijven werken nauw samen met onze veehouders en andere stakeholders om onze eigen varkens- en rundveeketen continue te verbeteren en door te ontwikkelen, juist ook op het gebied van dierenwelzijn. Dit thema heeft niet alleen impact op de dieren in onze keten, maar heeft ook invloed op de veehouder, klant en consument.
Naleving van de dierenwelzijnseisen van de verschillende programma’s wordt door onafhankelijke instanties getoetst. De progressie op de doelstellingen wordt jaarlijks transparant gepubliceerd in het MVO-jaarverslag.
• ESRS G1 – Zakelijk gedrag
• Beter Leven Keurmerk certificering van de Dierenbescherming
• Europees Biologisch keurmerk
• SKAL-certificering
Vlees uit gecertificeerde dierenwelzijnsprogramma’s
CEO
*DDDAF: ‘Defined Daily Dose Animal Farm’. Dit is de indicator voor het gebruik van antibiotica op een bedrijf. De DDDAf wordt berekend als de som van de behandelbare kilogrammen op een bedrijf aanwezig over een jaar, gedeeld door het gemiddeld aantal kilogrammen dier op een bedrijf aanwezig. Deze maat geeft het gebruik weer op bedrijfsniveau en wordt gebruikt om een bedrijf te benchmarken.
**Stichting Diergeneesmiddelenautoriteit (SDa) monitort het antibioticagebruik in de Nederlandse veehouderij en geeft advieswaarden af per diersector. De cijfers over 2024 komen in juni 2025 beschikbaar.
Van Loon Group wil graag versneld kunnen stoppen met het couperen van varkensstaarten. Om varkenshouders te ondersteunen om dit op een verantwoorde manier te doen, zijn we betrokken bij 3 verschillende projecten die kennis ontwikkelen op dit gebied:
First Movers
Een groep van 5 varkenshouders komt geregeld bij elkaar om kennis uit te wisselen. Dit project wordt begeleid door Wageningen University.
Tail Challenge
In dit project worden de ervaringen van 7 varkenshouders met het houden van varkens met lange staarten gebundeld en beschikbaar gesteld aan de rest van de keten. Het grootste gedeelte van deze varkenshouders is reeds gestopt met het couperen van biggen.
Gut2Go
In dit project wordt onderzocht welke invloed voeding en hygiëne hebben op het voorkomen van staartbijtgedrag.
Aangezien dit tijd en inspanning vergt, ontvangen de deelnemers een vergoeding van €10,- per varken. In 2024 zijn in totaal 29.554 varkens niet gecoupeerd. Het streven is om uiterlijk in 2030 volledig te stoppen met het couperen van staarten.
Een goede gezondheid is medebepalend voor het dierenwelzijn. Binnen ons ketenprogramma Varken op z’n Best gebruiken we hiervoor diverse indicatoren waaronder het aantal slachtafwijkingen en het gebruik van antibiotica. Het gemiddelde antibioticagebruik bij de zeugenbedrijven is in 2024 licht gestegen. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door een hoge uitschieter op één bedrijf. Het aantal bedrijven wat boven de actiewaarde van de SDa uit is gekomen, is niet gewijzigd ten opzichte van voorgaande jaren.
Bij gespeende biggen is zowel de mediaan als het gemiddelde licht toegenomen ten opzichte van 2023. Dit betekent dat over de hele linie het gebruik licht is gestegen. Op verschillende bedrijven speelde in 2024 gezondheidsklachten bij de biggen, met name uitbraken van Streptococcus suis als ook uitbraken van Glaesserella parasuis. Met deze bedrijven is contact geweest en zijn er door de varkenshouder met zijn of haar dierenarts acties ingezet om de inzet van antibioticum weer te doen dalen.
Actinobacillus pleuropneumoniae (APP) is een bacterie die bij de meeste varkensbedrijven voorkomt. Naast acute sterfte veroorzaakt de bacterie vooral long- en borstvliesontsteking. Om varkenshouders te stimuleren om hier gericht actie op te ondernemen, is in
In 2025 worden minimaal 3 bijeenkomsten georganiseerd met het samenwerkingsverband van Tail Challenge voor het uitwisselen van kennis en ervaringen m.b.t. het houden van varkens met ongecoupeerde staarten.
Samen met Compaxo starten we een project om met camera’s de staartlengte (en conditie) geautomatiseerd te kunnen meten aan de slachtlijn.
In 2025 organiseren we een informatiebijeenkomst voor zeugenhouders over (de eisen van) vrijloopkraamhokken i.s.m. projectgroep van The First Mover. Dit jaar starten we ook met het opnemen van een vergoeding voor biggen die geboren zijn in een vrijloopkraamhok.
Het programma voor APP-vrije big wordt gecontinueerd. Varkenshouders krijgen een toeslag van €0,50 per APP-vrij big.